Opgroeien met broers en/of zussen heeft zo zijn voor- en nadelen. Vooral als zij ouder zijn dan jij bent! Zo ben je als jongste altijd degene met de kleinste kamer thuis en ging je minder vaak mee winkelen omdat je toch wel de afdankertjes kreeg. Maar ook de volgende tien dingen zijn super herkenbaar…
1. Je ouders waren soepeler als het om regels ging
Het oudste kind moest back in the days om 2 uur ’s nachts thuis zijn na het uitgaan, terwijl jij rustig om 4 uur ’s nachts binnen kon komen wandelen.
2. Meespelen met vrienden van je broer of zus was er niet bij
Het was namelijk niet cool als de jongste mee ging om buiten te spelen.
3. Je kwam met alles weg
Je hoefde het maar op een schreeuwen te zetten of je broer/zus werd al aangesproken door je moeder.
4. Je werd altijd ‘gepest’
Als kleinste én jongste van de familie was je een makkelijke pispaal voor pesterijen.
5. Er zijn minder babyfoto’s van jou
Bij het eerste kind doen ouders er toch meer moeite voor.
6. Experimenten werden altijd op jouw uitgevoerd
Je zus wilde jou wel gebruiken om te kijken of ze een goede kapper zou zijn.
7. Je kreeg het slechtste bed op vakantie
Met het hele gezin in een klein huisje of kleine kamer? Grote kans dat jij op de bank moest slapen.
8. Je had nooit de macht over de afstandsbediening
Op vrijdagavond werd er nu eenmaal niet gekeken naar het programma dat jij wilde zien. De jongste thuis heeft namelijk geen zeggenschap over de afstandsbediening.
9. Je wordt altijd de lieveling van je ouders genoemd
Als jongste kom je met veel weg, waardoor je door je broers/zussen altijd als favoriet van je ouders werd omgedoopt én dat was niet iets om trots op te zijn.
10. Vriendjes moesten eerst langs je broer/zus
Iedereen is overbezorgd als het op jou aankomt en daarom moesten potentiële vriendjes eerst langs je broers/zussen voor een verhoor voordat ze geaccepteerd werden.
Lees ook:
- Onderzoek: jongste kind heeft grootste kans om miljonair te worden
- Waarom je beter niet met je kat in bed kunt slapen
